Mensen met dementie kunnen op den duur moeite krijgen met het begrijpen van taal en praten. Langzaam verdwijnt de woordenschat. Het wordt steeds moeilijker om dingen onder woorden te brengen of om te begrijpen wat anderen zeggen. Sommige mensen begrijpen de taal goed maar hebben moeite met het vinden van de juiste woorden of de zinsopbouw. Anderen spreken juist veel, maar wat zij zeggen is voor een ander moeilijk of niet te begrijpen. Dan is er sprake van een taalstoornis, ook wel afasie genoemd.
Afasie is een taalstoornis die ontstaat door hersenletsel in de linkerhersenhelft, veroorzaakt door niet aangeboren hersenletsel. Dit belemmert de communicatie. Kort samengevat is er een probleem met het begrijpen en produceren van taal. Bij dementie komt voornamelijk progressieve afasie voor. Bij deze vorm van afasie worden de klachten steeds erger. Afasie ontwikkelt zich bij iedereen anders, dit heeft te maken met de manier waarop de hersenen veranderen door de dementie. De ernst en omvang zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel, het vroegere taalvermogen en iemands persoonlijkheid. Primair progressieve afasie (PPA) vormt een aparte categorie. Bij deze vorm van dementie zijn taalproblemen de eerste signalen van de dementie.
Hieronder geven we u een aantal praktische tips:
-Neem de tijd en kijk uw naaste aan wanneer jullie communiceren. Neem een pauze wanneer het even niet lukt.
-Spreek zelf in rustige, korte en eenvoudige zinnen.
-Probeer de lichaamstaal van uw naaste te lezen.
-Maak gebruik van afbeeldingen of pictogrammen.
-Schakel in overleg met de huisarts een logopedist in. Een logopedist kan een manier van communiceren bedenken die bij uw situatie aansluit en adviseren over het eventueel inzetten van hulpmiddelen.