Dementie en autorijden

Dementie kan invloed hebben op hoe u rijdt. Bijvoorbeeld omdat het moeilijker wordt om overzicht te houden bij druk verkeer, of omdat u zich minder goed kunt oriënteren. Dementie omvat niet alleen geheugenverlies maar heeft ook invloed op het inschattingsvermogen en het gedrag. Voor uw eigen veiligheid en dat van uw medeweggebruikers is het dus belangrijk dat hier zorgvuldig naar gekeken wordt.

Bij dementie bent u voor de wet in principe ongeschikt om te rijden. Echter wanneer de dementie in zeer lichte tot lichte mate aanwezig is, kan iemand rijgeschikt worden verklaard. Een voorwaarde hiervoor is wel dat de diagnose dementie aan het CBR wordt doorgegeven. Om dit door te geven moet er een gezondheidsverklaring ingevuld worden. Deze kan digitaal worden ingevuld via de website van het CBR of kan worden gekocht bij het gemeentehuis. De ingevulde verklaring wordt samen met een recent onderzoeksrapport van de neuroloog, psychiater of geriater over de aard en de ernst van de dementie opgestuurd naar het CBR. Het CBR controleert de gezondheidsverklaring en nodigt uw naaste uit voor een gesprek met een arts. Deze arts zal vragen stellen om te kijken hoe het met de gezondheid gaat.

Na de diagnose dementie is het belangrijk om op het rijgedrag van uw naaste te letten, twijfelt u of het rijden nog wel veilig kan? Plan dan een rij test in bij het CBR. Als u een rijbewijs heeft en u wilt dit behouden, moet u de diagnose dementie doorgeven aan het CBR. In de periode tussen de diagnose en rij test is uw naaste zelf verantwoordelijk voor het besturen van een motorvoertuig.

Het stoppen of intrekken van het rijbewijs heeft vaak belangrijke gevolgen voor het gevoel van onafhankelijkheid en kan daardoor negatieve emotionele gevolgen hebben voor uw naaste. Het kan er ook toe leiden dat uw naaste weigert om te stoppen met autorijden.

Hieronder geef ik u een aantal tips om autorijden te ontmoedigen:
• Soms helpt het als een persoon met aanzien vertelt of in een brief uitlegt dat iemand niet meer mag rijden. Vraag gerust de huisarts of wijkagent om hulp.
• Laat de persoon met dementie door familie en/of vrienden thuis ophalen of juist terug naar huis brengen.
• Vraag een Drechthopper pas aan.
• Voorkom dat uw naaste zich herinnert dat hij/zij graag autorijdt. Dat kan bijvoorbeeld door de auto uit het zicht te parkeren.

Blijft uw naaste autorijden, lees dan goed de verzekeringspolis door. Het kan namelijk zo zijn dat een verzekeringsmaatschappij weigert om uit te keren bij een ongeval als er niet aan de eisen is voldaan, ook kan uw naaste zelf aansprakelijk worden gesteld.